MONA EN VENAISE

DE GEUR VAN OSKERSOEP EN SAFFRAAN

 

 

Twee Almeerders vertellen over de heerlijke etensgeuren die uit hun keukens omhoog kringelen: de Surinaamse Venaise Pinas en de Iraanse Mona Alikhah.

 

Geschreven door Rinske Wels

VERDER LEZEN 

Almeerse keukens

 In Almere wonen mensen met heel verschillende achtergronden, met allemaal hun eigen kookstijl en bijbehorende geuren. Wij spraken twee van hen met een bijzonder verhaal: de Surinaamse Venaise Pinas, die haar eigen cateringbedrijf heeft, en de Iraanse fotograaf Mona Alikhah. Wat zijn hun lievelingsgerechten en waar brengt de geur van dat eten hen naartoe? Venaise: ‘De meest voorkomende geuren in mijn keuken zijn knoflook, uien, trassie – dat is een garnalenpasta die absoluut niet lekker ruikt, maar wel een heerlijke smaak geeft aan het eten – en ketjap. Bami, nasi, Tjauw min en bruine en rode ovenkip wordt het meest besteld.’  

 

Okersoep met krab
Als het over haar lievelingsgerecht gaat, begint Venaise te stralen: ‘Ik heb het toevallig gisteren nog gemaakt, okersoep met krab erin. Een maaltijdsoep met stukjes oker, antruwa – dat is een bittere groente, ronde bollen die op een tomaat lijken, tajerblad en natuurlijk krab. Mijn oma maakte dat vaak. Oker is een slijmerige groente als dat in aanraking komt met water, maar mijn oma maakte het op zo’n manier dat het juist niet slijmerig was. Dus zo maak ik het ook.’ Alleen is ze thuis wel de enige die dit gerecht lekker vindt, haar vijf zonen eten liever aardappelen, groente en een gehaktbal of braadworst. Waar is het ‘fout’ gegaan? Venaise lacht: ‘Ze zijn doodgegooid met nasi denk ik. Een beetje moe van mama’s kookkunsten. Want er blijft natuurlijk wel eens wat over bij mijn cateringbedrijfje, maar dan zeggen ze: “Ah nee, niet wéér nasi.”’ En ook met okersoep zijn ze niet altijd blij: ‘Gisteren heeft een van mijn zoons spaghetti gemaakt omdat hij mijn soep echt niet wilde eten. Tja, dat kan ook.’  

 

Wilde mint
Voor Mona Alikhah doet koken haar ook altijd een beetje denken aan haar vaderland, hoewel ze niet vaak Iraans kookt: ‘Dat is heel uitgebreid, zo veel tijd kan ik er niet dagelijks aan besteden. Maar ik gebruik veel specifieke kruiden zodat mensen die bij mij komen eten, vooral Nederlanders, meteen vragen: “O, is dat Iraans?” Meestal niet, haha, dan heb ik het zelf bedacht. Ik maak vaak een combinatie van dingen die ik geleerd heb van mijn moeder en de kruiden uit Iran. Zoals kerrie. Dat komt uit India, maar wij hebben een eigen versie. Bij ons groeien ook zo veel verschillende soorten wilde mint, dat geeft een gerecht meteen een andere smaak. In Iran worden heel veel gedroogde kleine blaadjes gebruikt bij het koken.’  

 

Samen koken

Het lievelingsgerecht van Mona is meer een bijzondere specerij: saffraan. ‘Daar kook ik het liefst iets mee. Kwark met saffraan en een beetje suiker kan erg lekker zijn. Of ik maak er ijs van, dat lijkt op wat ik altijd kreeg van mijn moeder als we van ons dorp naar Shiraz – een stad die bekend staat om de wijn – gingen. Vier uur rijden en dan onderweg stoppen voor een saffraanijsje. Smaak en geur transformeren zo in een herinnering voor mij. Ik spreek ook wel eens af om op een bepaalde dag met mijn moeder en mijn zus hetzelfde gerecht te maken, ieder in ons eigen land. Er is een tijdsverschil met Iran en daar eten ze tussen de middag warm dus we eten het niet tegelijk op, maar samen koken, ruiken en proeven…Je denkt bij het koken aan dat gerecht en je familie. Zo brengt het een goed gevoel mee en zijn we toch verbonden met elkaar.’


Almeerse keukens

5/9
Loading ...